Recensie Isa van Rooy
“Free Bird Fly, Een Gedreven Zoektocht naar Vrijheid
Compagnie Tuiri (voorheen Compagnie 21) mag zich al enige tijd buigen over unieke voorstellingen waar mensen met en zonder beperking in samenspel bijzondere voorstellingen maken. Onder de bezielende leiding van Jordy Dik ontstond Free Birds Fly, voor het Holland Dance Festival, waar verschillende mensen bij elkaar komen in een wervelende vermenging van liefdevolle acceptatie en een moeizame, maar gedreven zoektocht naar vrijheid.
Bij binnenkomst laat een van de dansers een intieme choreografie in een rode avondjurk zien. Het decor is een oranje geverfd doek, bestaande uit diverse bovenkledingstukken, met een opening aan de linkerkant, waar de lichtstraal zich richt op de danser in het midden. Het begint met een speels, en nostalgisch tafereel. Afwisselend in tweetallen komen de dansers op en beginnen ze met aan elkaar geknoopte kledingstukken in tweetallen te springtouwen. De voorstelling gaat vervolgens naadloos over in een series herhalende bewegingen waarbij ze afwisselend gedeeltes van hun lichaam vastpakken en loslaten, terwijl ze overkoepelende opvattingen: “Licht, verdwalen, thuis, stilte, hoofd, liefde, leegte, wolken, woorden, gezien. Laat me los gaan.”, in koor bezingen. Het terugkerende element voelt als de basis van wat de spelers ervaren als een veilige plek; de basis van waaruit voor ieder een eigen versie van vrijheid kan groeien.
Doordat er weinig verandering is in licht, behalve een gericht spotlicht, zijn de getoonde emoties onmiskenbaar te zien. De blikken en omhelzingen voelen als een warm bad, een oprechte poging om dichter tot elkaar te komen, maar het blijft ook voortdurend confronterend; wat wel en niet mogelijk is, waar de grens tussen controle en vrijheid ligt en het is voelbaar dat deze verlangens wellicht zijn omgeven met een zekere lichtvoetigheid, maar dat er in ieder een vuur borrelt dat niet te smoren is.
De muziek van Vincent Dankelman en de zang van Lisa de Bruijn zijn etherisch, en onder begeleiding van de op het ene moment hypnotiserende en op het andere moment prachtig symbolische poëtische teksten van Stef Bos, spreekt hij tegen hangende vogelkooi zijn innerlijke monoloog uit: “Onze gedachten / Zijn als vogels in een kooi / Die open staat / Ze durven niet naar buiten / want ze hebben nooit gevlogen.”
Tot slot roept de voorstelling bij mij een aantal vragen op, zoals; wie is vrij en wie bepaalt dat? Hoe kan iemand vrij zijn? Kan dit in connectie met de ander of is het iets inherent aan de mens? De wisselwerking tussen de spelers wat betreft dit precieze leerproces van vrijheid vinden, jezelf kunnen zijn, met eenzaamheid om kunnen gaan, rouwverwerking en gelukdoorvoeling, is ontzagwekkend mooi weergegeven. Als een van de acteur-dansers blijft terugkeren naar een verloren baby, ontstaat er een interactie die de ondersteuning van elkaar erin; het verzorgen van de ander zonder jezelf te verliezen, toont.
In het stuk ontstaat langzaamaan een explosie van de viering van onszelf, de ander en elkaar, waarin de spelers zichzelf loslaten in een totale lichamelijke overgave; dit voelde overweldigend, maar toch intiem. Toen het doek viel, merkte ik een emotionele sfeer in de zaal. Wat de spelers bij zichzelf hadden losgewrikt, was aangekomen bij het publiek. De zoektocht naar vrijheid leek een stapje dichterbij te zijn gekomen.”
Isa van Rooy